Wereldwijd zijn er steeds meer mensen die bijziend zijn. Ook is de gemiddelde afwijking steeds hoger. Om te voorkomen dat in de toekomst steeds meer mensen problemen krijgen door hun bijziendheid, moeten we nu iets doen. Met een duur woord noemen we dat myopie-controle. De filialen van Lens staan middenin de nationale en internationale ontwikkelingen rondom myopie-controle (Myopiacontrol). De LRG neemt actief deel aan verschillende onderzoeken en de resultaten worden direct meegenomen naar de dagelijkse praktijk.
Wat is bijziendheid (myopie)?
Een bijziend oog is eigenlijk iets te lang. Het scherpe beeld valt voor het netvlies, in plaats van erop. Met een brillenglas of contactlens met een min-sterkte kunnen we ervoor zorgen dat het beeld scherp op het netvlies valt en er dus scherp kan worden gezien.
Het nadeel is dat alleen het centrale gedeelte van het beeld precies op het netvlies komt. Het buitenste gedeelte, de periferie, valt als het ware achter het netvlies. In de praktijk merken we hier niets van. We zijn gewend dat ons zicht helemaal aan de rand van ons blikveld niet helemaal scherp is.
Voor het oog heeft dit verschijnsel wel een nadeel. In de (vroege) pubertijd zijn kinder- en tienerogen in de groei. Doordat het perifere beeld achter het netvlies valt, wil het netvlies hier naartoe groeien. Het oog wordt langer, waardoor de minsterkte en dus de bijziendheid toeneemt.
Kort samengevat kunnen we stellen dat hoe hoger de bijziendheid, hoe langer het oog is. Zeker als de sterkte -6 of hoger is.
Waarom is dat niet goed?
Los van het feit dat een hoge minsterkte meer visueel ongemak met zich meebrengt, zitten er ook nog andere grote nadelen aan.
Een langer oog vergt meer van de weefsellagen van het netvlies. Deze worden als het ware een beetje uitgerekt, waardoor het netvlies dunner is. Hierdoor is er op latere leeftijd een grotere kans op glaucoom, netvliesloslating en slijtage van het netvlies. Dit kan leiden tot slechtziendheid op latere leeftijd. Slechtzienden zien zo slecht, dat ook met bril of lenzen het zicht nog steeds minimaal is.
De verwachting is dat in 2050 50 % van de wereldbevolking bijziend is. In dat jaar zullen er naar schatting 1 miljard mensen op aarde zijn die een verhoogd risico op permanente blind- of slechtziendheid lopen. Het is wenselijk het risico op slechtziendheid te minimaliseren. Iedere punt sterkte die we kunnen voorkomen, zorgt voor 17 % minder risico op slechtziendheid op latere leeftijd.
In het nederlands tijdschrift voor geneeskunde is een leuk artikel erover geschreven. Als u dat wilt lezen, kunt u op deze link klikken.
Kinderen en bijziendheid - Waardoor ontstaat het?
Er zijn een aantal factoren die bijdragen aan bijziendheid bij kinderen.
- Erfelijkheid
- Veel nabij kijken (lezen/tablet/smartphone/computer)
- Weinig buiten zijn/spelen
- (On)juiste correctie dragen
Erfelijkheid:
Hier kunnen we natuurlijk niets aan veranderen. Als 1 of zelfs beide ouders bijziend is, is de kans groter dat uw kind dit ook gaat ontwikkelen. Indien u weet dat u of uw partner bijziend is, kunt u uw kind wel beter in de gaten houden. Veel kinderen geven in het begin niet aan dat ze slechter gaan zien. Dit kan zijn uit angst voor het moeten dragen van een bril, of gewoonweg omdat het zicht geleidelijk slechter is geworden en het daardoor nog niet zo opvalt.
Indien uw kind leeswerk heel dichtbij houdt of dicht op de tv gaat zitten, kan dit een teken zijn van beginnende bijziendheid. Ook knijpen met de ogen als ze van veraf iets moeten lezen is een aandachtspunt.
Veel nabij kijken en weinig buiten zijn:
Veel nabij kijken zorgt voor extra spanning op de ogen. Zeker als dit ook nog eens binnen gebeurd, waar relatief weinig licht is (ook al zijn de lampen aan!). Buiten is er al snel 15x meer licht dan binnen. Hierdoor maakt het netvlies het stofje dopamine aan, wat als het ware beschermend is tegen de groei van het oog.
Er is een (engelstalige) website waar u kunt nagaan welk risico uw kind heeft op het ontstaan van bijziendheid. Daarvoor klikt u op deze
link.
Wat helpt?
1. Vaker buiten spelen
Voor een optimaal resultaat moet een kind iets meer dan 2 uur per dag, of 15 uur per week, buiten zijn. En dan lekker buiten spelen en sporten. Niet buiten gaan zitten lezen natuurlijk, want dan zijn de ogen nog steeds voor dichtbij aan het werk.
2. Minder van de ogen vragen
Het is verstandig om niet langer dan 20 minuten achter elkaar nabij werk te verrichten (dus naar iets kijken op korte afstand, zoals een beeldscherm of een telefoon). Probeer de 20/20 regel aan te houden"20 minuten nabij werk afwisselen met 20 seconden naar buiten kijken.